Hieronder volgt het tweede deel in de serie ‘Geen Peuleschil’ van Christina. (Klik voor: deel 1)
Het uitgangspunt van deze PsychoseAnders site is dat het mogelijk is om een geestelijke benadering van psychoses te hanteren. In de praktijk worden mensen die met een psychose te maken krijgen, vaak opgenomen en ‘ingesteld’ op psychiatrische medicatie. Vrijwel iedereen die deze middelen slikt, zou dat liever niet doen. Er zitten dan ook veel nadelen en gevaren aan.
Maar pogingen om ermee te stoppen mislukken vaak. Dit omdat het bepaald GEEN PEULESCHIL is!
Deze middelen veranderen het brein. De cellen van het brein passen zich aan aan de veranderingen die door de medicatie worden veroorzaakt. Daarom kan het gebeuren dat iemand die abrupt stopt met deze medicijnen, heftige ontwenningsverschijnselen krijgt. Het brein moet zich als het ware weer ‘terugveranderen’ naar de oorspronkelijke toestand.
Of dat ook echt in alle gevallen kan, is niet bekend. Er wordt zeer weinig onderzoek gedaan naar vragen rond het stoppen met deze middelen.
De algemene mening in de psychiatrie is, dat je doorgaat met slikken en dat dit levenslang moet. En dat als je stopt, je dezelfde symptomen als waarvoor de medicatie gegeven werd, terugkrijgt, soms ook in een ergere mate.
Een punt is echter dat er ook stemmen zijn die zeggen dat een terugkeer van die symptomen geen deel uitmaken van de ‘ziekte’ zelf, maar het gevolg zijn van het ‘afkicken’ van de medicatie. Hoe raar dit ook klinkt, er zijn de nodige theoriën, en ook onderzoeken, die in die richting wijzen. Mogelijk volgt hierover nog een keer een apart artikel. Wil je alvast meer weten, lees dan b.v. ‘Anatomy of an Epidemic’ van Robert Whitaker, of ‘Your Drug May Be Your Problem’ door Peter Breggin en David Cohen (1).
Heel kort een glimp: Breggin en Cohen stellen dat als men jarenlang antipsychotica slikt, waarbij het dopamine systeem wordt onderdrukt, het brein deze onderdrukking gaat compenseren. Als men dan stopt met de medicijnen, dan neemt een overmatig geprikkeld dopaminesysteem het over. Psychotische ontregeling als reactie op het abrupt stoppen met antipsychotische middelen kwam voor bij personen die geen geschiedenis van psychotische symptomen hadden en die de antipsychotica om andere redenen slikten.
Uit het laatstgenoemde boek (‘Your drug may be your problem’) geef ik hieronder een serie verschijnselen weer, die mensen kunnen krijgen wanneer ze stoppen met psychiatrische medicatie. Dat kunnen zoals gezegd de ‘oorspronkelijke’ symptomen zijn, zoals b.v. een psychose, psychotische ‘verschijnselen’ en dat wat b.v. manie of depressie genoemd wordt. Het kan ook gaan om slapeloosheid bij afbouwen van slaapmiddelen, of depressie bij het afbouwen van antidepressiva.
Peter Breggin en David Cohen, hieronder noem ik ze voor het gemak B&C, geven in hun boek ook een overzicht van ontwenningsverschijnselen, op grond van onderzoeken en rapportages.
De opsomming hieronder is niet volledig; ik vat alleen de belangrijkste symptomen samen. Het is een vrije vertaling door mij, dus houd er rekening mee dat het mogelijk niet volledig accuraat vertaald is. Lees als je details wilt, vooral het boek of vraag een deskundige om meer informatie.
Ontwenningsverschijnselen bij antipsychotica:
Deze worden onderverdeeld door B&C in drie soorten.
1. Ontregeling van het cholinergische neurotransmitter systeem van het brein: symptomen die lijken op griep, zoals overgeven, misselijkheid, hoofdpijn, transpireren en een loopneus. Vaak ook emotionele reacties. Deze symptomen duren één tot vier weken, al zijn er ook mensen die langdurig dit soort symptomen ervaren.
2. Abnormaliteiten in de beweging: vaak wordt dit ontwennings-akathisie, ontwennings-parkinsonisme of ontwennings-dystonie genoemd. Onwillekeurige bewegingen, spasmen, een Tourette-achtig syndroom, tics, tremoren. Functies als slikken, praten en ademhalen kunnen ook worden beïnvloed. Soms verdwijnen deze bewegingen weer na een paar weken. Duren ze langen dan vier weken, dan worden ze gediagnosticeerd als tardieve dyskinesie, een ernstige en zeer beperkende bewegingsstoornis. Bij éénderde van de personen verminderen deze verschijnselen na verloop van maanden; bij de meesten zijn ze echter blijvend.
3. Een gevarieerde reeks psychologische en gedragsmatige symptomen, waaronder slapeloosheid, angsten, agitatie, prikkelbaarheid en organische psychose. Psychotische ontwenningsverschijnselen worden ook wel tardieve psychose, overgevoeligheidspsychose, of ontwenningspsychose genoemd. Vaak worden ze vergezeld van abnormale bewegingen, hallucinaties, wanen, verwarring en desoriëntatie.
Over zogenoemde atypische antipsychotica zoals o.a. Risperdal, Zyprexa, Abilify en Seroquel wordt opgemerkt dat het erop lijkt dat ze niet zo veel verschillen van de oudere antipsychotica. Seroquel werkt in op de serotonine in het brein en bij afbouwen krijgt men waarschijnlijk daarom veel van de ontwenningsverschijnselen die ook bij het staken van SSRI’s (antidepressiva) optreden.
B&C concluderen dat waar het gaat om het aantal mensen dat een terugval krijgt, voortgezet gebruik van het middel niet beter uitpakt dan een langzaam afbouwproces. Naar hun mening is voortgezet gebruik echter veel gevaarlijker dan afbouwen in verband met de manier waarop de medicatie het brein beïnvloedt.
Breggin en Cohen vinden dat mensen die ouder zijn dan veertig zo snel mogelijk met antipsychotica zouden moeten stoppen omdat de kans op tardieve dyskinesie groter wordt naarmate men ouder is. Ook raden ze ontwenning van de antipsychotica aan in het geval van personen die deze medicatie al jaren gebruiken en niet langer ernstige of beperkende psychotische symptomen vertonen. B&C noemen antipsychotica zeer gevaarlijke medicijnen, die zo kort mogelijk gebruikt moeten worden.
Ontwenningsverschijnselen bij het stoppen met antidepressiva
1. Bij de zogeheten tricycliden: 20 tot 100 procent van mensen die stoppen met tricyclische antidepressiva ervaart ontwenningsverschijnselen, die qua soort sterk kunnen variëren.
Het hoogste risico lopen degenen die vele jaren met hoge doseringen van deze medicatie gebruikten en die snel afbouwen. Het boek noemt een lijst van zeven soorten afkickverschijnselen, waaronder b.v. klachten van het spijsverteringssysteem, algemene gevoelens van fysiek en geestelijk onwel zijn die doet denken aan griep, emotionele manifestaties zoals spanning, ongedurigheid, geprikkeldheid, depressie en zelfs psychotische manie.
Verdere ontwenningsverschijnselen bij afbouwen van tricycliden zijn mentale problemen zoals een verstoorde geheugenwerking, desoriëntatie en zelfs delirium, slaapproblemen, abnormale bewegingen, spierkrampen, parkinson-achtige verschijnselen en akathisie (innerlijke agitatie die bewegingsonrust geeft). Een laatste verschijnsel dat wordt genoemd is een mogelijk gevaarlijke ontregeling van het hartritme.
2. MAO-remmers: hierover is niet zoveel bekend, er is weinig onderzoek naar gedaan. Een verslag spreekt van serieuze cognitieve beperkingen en catotonie, andere ontwenningsverschijselen die zijn genoemd omvatten agitatie, spanningen, hoofdpijnen, verlaagde bloeddruk, spierzwakte en tintelende sensaties in de huid.
3. Antidepressiva die de serotonine stimuleren (dit zijn o.a. SSRI’s zoals Prozac, Zoloft, Celexa, Paxil, Luvox, Effexor, Wellbutrin, Remeron en Cymbalta): de ontwenningsverschijnselen komen vaak overeen met die van de tricycliden, maar kunnen zich ook uiten als evenwichtsmoeilijkheden, zintuiglijke abnormaliteiten en mogelijk agressieve en impulsieve gedragingen.
4. Atypische Antidepressiva: ook hierover is weinig bekend als het om ontwenningsverschijnselen gaat. Een greep uit de meldingen: duizeligheid, overgeven, benauwdheid, overgeven, sterk transpireren, slapeloosheid, onrust, brandend gevoel in de huid, beperking van motorische vaardigheden, en bij sommige middelen ook manie en hypomanie.
Ontwenningsverschijnselen bij lithium:
Deze vertonen een precieze overeenkomst met de manische symptomen die aanleiding waren om met de lithium te starten, schrijven Breggin en Cohen. Met andere woorden: na stoppen met lithium krijgt men als ontwenningsverschijnsel vaak weer psychotische ‘verschijnselen’ of een volledige psychose.
Ook personen die al lange tijd lithium slikten en schijnbaar heel ‘stabiel’ waren, kunnen snel weer manisch worden nadat men slechts een paar dagen stopt met de lihtium. Uit een overzicht van onderzoek bleek dat 50 procent van de manische episodes die de onderzochte personen ondervonden, optraden binnen drie maanden na het stoppen van de lithium. Er was een toename van 28 procent van het risico op nieuwe manische episodes voor mensen die recentelijk met dit medicijn gestopt waren. Dit is dus gegronde reden om zeer voorzichtig om te gaan met het afbouwen van lithium (2).
Een onderzoek onder 14 ‘patiënten’ en een controle groep van 28 personen liet zien dat het ontwennen van lithium leidde tot een hoog aantal gevallen van terugkeer van de symptomen. Echter, toen deze mensen eenmaal hersteld waren van deze ontwennings-reactie, was hun algehele toestand over de volgende zeven jaar niet verergerd door het stoppen. Dat is goed nieuws voor wie overweegt te stoppen met lithium, schrijven B&C, want dit betekent dat iemand die stopt met lithium net zulke goede vooruitzichten heeft nadat hij of zij eenmaal hersteld is van de ontwenning, als iemand die doorgaat met het slikken van dit middel.
Personen die niet manisch worden na het stoppen van lithiumgebruik, ervaren soms een verhoogde energie en opmerkzaamheid, een verhoogde emotionele respons, een toename in concentratie en minder dorstgevoelens. Naar mijn eigen idee zou het kunnen dat dit tekenen zijn van een terugkeer naar de gevoeligheid die de persoon had vóór hij of zij medicijnen ging slikken. Het kan een tijdje duren om hier aan te wennen.
Ontwenning van anti-epileptica:
Hierover is ook nog niet zoveel bekend, volgens het boek. Wel blijkt dat mensen die afkicken van deze middelen soms epileptische aanvallen krijgen, ook als ze voordat ze begonnen met deze middelen nooit epilepsie hadden. (Dit is een indicatie dat tengevolge van deze medicatie het brein zich aanpast aan het gebruik, en dat het slikken van deze middelen op de lange duur de verschijnselen gaat oproepen die ze juist geacht worden te bestrijden).
Ook zijn er ontwenningsverschijnselen bekend als angsten, spiertrekkingen, beven, gevoel van zwakte, misselijkheid en overgeven.
(1) Op deze site zijn eerder artikelen verschenen rondom het boek ‘Your Drug may be your Problem’, van Breggin & Cohen. Denk bijvoorbeeld aan ‘ Je Medicijnen kunnen je probleem zijn: beslis zelf‘ en ‘De Mythe van de Chemische Onbalans‘. Over het verschijnsel ‘Intoxication Anosognosia’, oftewel het betoverende effect van psychiatrische medicijnen heeft Sharon een uitgebreide vertaling gemaakt in de vorm van een boeiend drieluik: (deel 1, deel 2 en deel 3).
(2) zie ook het artikel GEEN PEULESCHIL II, over de voorwaarden waaraan je het best kunt voldoen vóór je overweegt te gaan afbouwen met psychiatrische medicatie).
(*) Illustraties respectievelijk afkomstig van http://fiddaman.blogspot.nl/2010_04_01_archive.html, http://oxycontintreatmentdirectory.com/oxycontin-withdrawal/ en http://paxil.net/paxil-side-effects
Filed under: Afbouwen | Tagged: afbouwen, afkicken, antidepressiva, antipsychotica, Celexa, Cymbalta, Effexor, lithium, Luvox, Paxil, Peter Breggin, prozac, psychose, Remeron, Wellbutrin, Zoloft | 153 Comments »