Hieronder volgt een bijdrage van Christina over haar eigen persoonlijke ervaringen.
—
Als ik denk over de psychiatrie en de ervaringen die ik ermee opdeed – inmiddels beslaan die meer ruim twee decennia – dan komt een stukje uit een lied van Frank Boeijen (1) door mijn hoofd spelen:
“Geloof ze niet, geloof ze niet….”
De rest van het liedje gaat over iets heel anders, onder andere over ‘kunnen wij geen vrienden zijn’. Ik weet al een hele tijd dat ik ‘geen vrienden kan zijn’ met de diagnoses die de psychatrie over mij uitsprak.
Wat je gelooft, over jezelf, over anderen, over het leven, is van enorm belang. De kracht van de geest en wat die gelooft is heel groot. Dat is althans mijn gedachte erover. En niet alleen de mijne. In het boek ‘Een Cursus In Wonderen’ staat iets als: ‘Je zult zien wat je gelooft en het is je gegeven te veranderen wat je gelooft’.
Ik ben ergens in mijn jeugd, door hoe ik bejegend werd, gaan denken ‘ik zal wel gek zijn’. Ik werd zo veel tegengesproken en ontkend in wat ik voelde en dacht en zei, dat ik de conclusie trok dat er iets mis moest zijn met mijn vermogen de werkelijkheid te kennen. Nu is dat precies wat men zegt over psychoses: de persoon is het contact met de werkelijkheid kwijt.’
Lang voordat ik psychotisch werd had ik dus al dit idee van ‘ik moet wel gek zijn’. Ik denk dat het wit is en mijn omgeving houdt vol dat het zwart is. Tja. Omdat je als kind en jongere niet bij machte bent hier uit te komen, is een onbewuste conclusie: “Ik zal wel gek zijn”.
Veel later kwam ik dus het idee tegen dat je wáár maakt wat je gelooft (bv over jezelf). Ik ben dus ‘netjes’ psychotisch geworden. Mijn geloof ‘ik ben gek’ heb ik waargemaakt.
In mijn vele gesprekken met anderen die psychoses ervoeren, kwam ik dit thema vaker tegen: men maakt zeer verwarrende situaties mee als kind en gaat dan onbewust twijfelen aan het eigen vermogen om de werkelijkheid te kennen. Denk bijvoorbeeld aan een meisje dat incest meemaakt, maar de dader houdt later strak vol dat het ‘nooit gebeurd is’. Opgroeiend concludeert deze vrouw onbewust ‘wat ik denk dat ik heb meegemaakt, klopt niet, er is iets mis met mijn waarneming’.
De gedachte “ik zal wel gek zijn” zet zich vast en op een gegeven moment, in een heel moeilijke situatie, zou deze zich wel eens waar kunnen maken. ‘U geschiede naar uw geloof’.
Het is maar goed dat ik later andere dingen ben gaan geloven. Op een gegeven moment – na omzwervingen zoals jarenlang psychiatrische medicijnen slikken, me laten vertellen dat ik een manisch depressieve stoornis had, enzovoorts – kwam ik in aanraking met een spirituele leer die mij hielp om het anders te gaan zien.
Ik ging meedoen aan een groepje dat deze leer bestudeerde en begon, in feite met skepsis en ‘voor de lol’ de ideëen/begrippen uit het boek zo goed en zo kwaad als het ging uit te testen door toe te passen. Mijn idee was meer ‘’stel nou dat het eens waar zou zijn’ dan dat ik er al bij voorbaat vast in geloofde. Ik vond het eigenlijk maar gekke principes maar aangezien ik in zekere zin niet veel beters had om mee bezig te zijn, ging ik ermee spelen.
Eén van de ideëen in die leer die mij het meest trof was ‘er is een bron van Vrede in ons waar we steeds naar kunnen terugkeren’. Vanuit nieuwsgierigheid ging ik dan maar, in situaties van stress op zoek naar die innerlijke vrede.
En’verdomd’. Ik vónd ‘m vaak ook nog.
Ik herinner me heel sterk een moment dat ik in de auto zat bij iemand. Een bekend patroon herhaalde zich: er werden opmerkingen gemaakt die ik helemaal niet kon waarderen en ik wist uit eerdere situaties dat als ik er tegen in zou gaan, het waarschijnlijk met ruzie en in elk geval met een rotgevoel zou eindigen.
Op dat moment moest ik even denken aan wat ik gelezen had: ‘er is een innerlijke vrede in ons’. Ik dacht ‘oh ja???’, maar maakte contact met mijn hart en ging ernaar op zoek: kan ik nu, hierbij, ook vredig blijven. Toen voelde ik een soort innerlijke rust en merkte dat ik geen behoefte had te antwoorden op de opmerkingen. Korte tijd later kwam er nog wel een reactie bij me op die ik toen rustig kon uitspreken en die niet tot stekeligheden of verdere onenigheid leidde. Ik had een groot gevoel van triomf: “Het werkt! Ik kan dit soort situaties doorstaan zónder in de nesten te raken!”
Dit moedigde me aan om deze ‘tactiek’ te blijven gebruiken en oefenen.
Gaandeweg voltrokken zich allerlei veranderingen in mijn leven. Ten goede. Ik verzoende me met mijn familie na decennia van conflict. Ik ging gezonder eten en viel heel veel af. Ik durfde zomaar weer een opleiding te beginnen. Ik ging voor grote groepen mensen voordrachten houden. Allemaal dingen die ik niet verwacht had; ik was toch die beperkte, defecte persoon met een gaatje pardon ziek brein in haar hoofd? Die nooit innerlijk evenwicht kon hebben maar steeds risico liep op nieuwe psychoses, manische fasen, depressies? Hmm…
Mijn overtuiging ‘ik moet wel gek zijn’ had gaandeweg, zonder dat ik me er concreet bewust van was, plaatsgemaakt voor een ander geloof. Iets als ‘er is een kracht groter dan ik die het goede voor mij wil’ – dus waarom zou ik dan niét genezen? Ondanks dat men me had gezegd dat dat niet kón en dat ik levenslang pillen zou moeten slikken.
Ook mijn overtuiging dat ik ondanks medicijngebruik toch, ook mijn leven lang, beducht zou moeten zijn voor nieuwe ‘ziekte-episodes’ werd vervangen. Had ik voordien geloofd dat ik geen innerlijk evenwicht bezat, als ‘manisch depressieveling’ niet kón bezitten, mijn ervaring bewees me dat ik heel wat meer innerlijke rust en evenwicht kon ontwikkelen dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Op den duur zag ik mezelf ook niet meer als een ‘manisch depressief persoon’. Maar als mens-met-innerlijke-vrede!
Op een gegeven moment dacht ik – voelde ik, zou ik kunnen zeggen – dat ik de medicatie niet meer zo nodig had. Het was niet zo dat ik er per se van af wilde. Ik had gewoon niet het idee dat ze nog iets voor mij deden. Ik heb ze sindsdien dan ook afgebouwd, heel langzaam, over een periode van meerdere jaren, afgaand op mijn gevoel. (Een verhaal op zich.)
In zekere zin ‘geloof ik het zelf niet’. En toch geloof ik het wel. Ik kan er niet onderuit, in elk geval: vanaf het moment dat mijn overtuigingen wijzigden,wijzigden zich ook mijn leven en omstandigheden. Later heb ik hier veel meer over geleerd en ook een methode leren toepassen (op mezelf en anderen) waarmee je heel bewust je overtuigingen kunt onderzoeken en wijzigen.
Kijkend naar mijn eigen ervaringen, dan zegt dit alles mij dat de ‘kracht van de geest’ veel groter is dan men zo aanneemt, bijvoorbeeld in de reguliere hulpverlening. Dus als men je zegt dat je ziek bent, een ‘stoornis’ hebt, en dat je medicatie en gesprekken nodig hebt en, nou ja, ‘gek bent’ – geloof ze niet… Geloof ze niet!
Leer je eigen innerlijke rust te vinden, je eigen kompas te volgen.
NOOT
(1) http://www.youtube.com/watch?v=kQw6K9XaHPM
—
Christina maakte enige tijd deel uit van het kernteam van PsychoseAnders en schreef diverse artikelen voor deze site. Ze maakte drie langdurige psychoses door, slikte zo’n twintig jaar lang psychiatrische medicijnen en bracht drie jaar door met opgenomen zijn.
Inmiddels is ze al lange tijd ‘symptoomvrij’ en ook sinds een paar jaar ‘medicijnvrij’, in tegenstelling tot wat haar in de psychiatrie voorspeld werd. Haar uitgangspunt is dat het heel goed mogelijk is om innerlijke rust op te bouwen, waardoor psychiatrisch medicijngebruik mogelijk op den duur kan worden afgebouwd.
Ze schrijft een nieuwsbrief die te lezen is op de site http://dehelendegeest.wordpress.com/ en biedt telefonisch ondersteuning aan mensen die een psychiatrische diagnose kregen maar op zoek zijn naar een andere kijk op zichzelf.
Filed under: Algemeen, Ervaringen | Tagged: medicijnen, psychiatrie | 9 Comments »