Het betoverende effect van psychiatrische medicijnen (Deel II)

(deel 1)

ALCOHOL: HET PARADIGMA

Alcoholvergiftiging biedt een duidelijk paradigma voor betovering of anosognosia. Individuen die onder invloed zijn, onderschatten vaak de schade en overschatten de positieve effecten van alcohol. Een typisch voorbeeld is iemand die denkt dat hij het middelpunt van een feest is terwijl achteraf blijkt dat hij het juist verziekt heeft. Tragischer is het wanneer iemand zich prima in staat voelt zijn auto te besturen terwijl hij in werkelijkheid een gevaar voor zichzelf en anderen vormt.

Het betoverende effect van alcohol is al vele eeuwen bekend. Toch leren individuen van iedere generatie dit nog steeds maar al te vaak door eigen ondervinding. Vaak leren jongeren de waarschuwingssignalen van alcoholvergiftiging pas kennen na een paar slechte ervaringen en leren ze dan pas grenzen te stellen aan hun drinkgedrag. Vergeleken met mensen die onder invloed zijn van psychiatrische medicijnen, zijn dronken mensen vaker in staat in te zien dat ze onder invloed zijn van hun drug.

Ze kunnen de mate van vergiftiging onderschatten maar naar alle waarschijnlijkheid weten ze wel dat ze onder invloed zijn. Natuurlijk is dit lang niet altijd het geval en moet iemand er door familie of vrienden op gewezen worden dat ze teveel drinken. Vaak zal de persoon in kwestie vervolgens de alcoholeffecten ontkennen en kwaad worden.

Er zijn verschillende redenen waarom een alcoholgebruiker zich veel sneller realiseert dat de drug zijn gedrag beïnvloedt. Het half-leven van alcohol is erg kort waardoor mensen snel weer helder worden. Ook zijn de meeste mensen zich bewust van de effecten van alcoholvergiftiging en herkennen ze gemakkelijk de lallende spraak en dronkemansloop. (In ieder geval bij anderen.)

Maar in tegenstelling tot deze algemeen bekende fenomenen, hebben de meeste mensen die voorgeschreven psychiatrische medicijnen slikken, geen eerdere ervaring met de vergiftigende effecten van deze middelen. Zijzelf noch hun vrienden zullen waarschijnlijk de aanvankelijke waarschuwingssignalen van voorgeschreven medicijnen opmerken. Over het algemeen zijn de meeste mensen zich niet bewust van de psychiatrische (mentale) bijwerkingen van voorgeschreven medicijnen.

Sinds 1995 bevatten onder andere de labels van antidepressiva een lijst met dergelijke bijwerkingen maar veel professionals missen nog steeds het vermogen deze bijwerkingen op te merken. Ook zullen de mensen in de nabijheid van iemand die dronken is hem ofhaar er waarschijnlijk aan herinneren dat hij of zij teveel gedronken heeft maar wanneer iemand onder invloed is van een psychiatrisch medicijn, zullen ze waarschijnlijk agitatie, irritatie en stemmingsinstabiliteit niet herkennen als bijwerkingen. Vaak weten ze zelfs niet dat iemand recentelijk is begonnen met psychiatrische medicatie. Verder veroorzaken de meeste psychiatrische vergiftigingen geen duidelijke fysieke manifestaties zoals onduidelijke spraak en gestruikel.

DE SOCIALE VERSTERKING VAN BETOVERING

Hoewel het voornaamste betoverende effect het gevolg is van intoxicatie en het disfunctioneren van het brein, wordt betovering versterkt door sociale factoren waardoor psychoactieve drugs misschien wel het meest betoverend zijn van alle psychoactieve agenten. Individuen die psychiatrische medicijnen slikken , verwachten dat deze hen helpen. Hoewel ze weten dat de middelen ineffectief zouden kunnen blijken, hebben ze er geen weet van dat ze regelmatig bijwerkingen veroorzaken die het mentale en emotionele functioneren aantasten.

Bijna iedereen gelooft dat de FDA (Food and Drug Administration) geen psychiatrisch medicijn zou goedkeuren dat op regelmatige basis psychiatrische symptomen verslechtert. Maar in feite bevestigt een korte blik op ieder door de FDA goedgekeurd psychiatrisch label dat ieder psychiatrisch medicijn een variëteit aan negatieve effecten veroorzaakt waaronder sommigen van zeer serieuze aard zoals angst, depressie, manie en agressie.

Wanneer mensen zich slechter beginnen te voelen nadat ze begonnen zijn met een psychiatrisch medicijn, schrijven ze dit gewoonlijk toe aan hun aanvankelijke psychische klachten. Wanneer het middel niet werkt, worden ze wanhopig en gaan geloven dat ‘niks hen kan helpen’ terwijl het middel hun klachten in feite juist verergert.

Daarbij is men waarschijnlijk blootgesteld aan de overstelpende hoeveelheid van promotiematerialen ten gunste van medicijnen die op de markt gebracht zijn door farmaceutische bedrijven, medische en psychiatrische autoriteiten en overheidsinstellingen.

Dit alles versterkt één aspect van betovering: Het onvermogen van het individu te herkennen dat het medicijn zijn of haar mentale conditie verslechtert. Vaak versterken dokters de betovering door de zorgen van een patiënt over agitatie, angst of verergering van de depressie na het starten van een psychiatrisch medicijn niet serieus te nemen. Artsten waarschuwen hun patiënten zelden voor de bijwerkingen van psychiatrische medicijnen en schrijven de verslechtering van de patiënt bijna nooit toe aan psychiatrische medicatie.

In geen van de vele door Peter Breggin onderzochte zaken realiseerde de voorschrijvende arts dat zijn patiënt verslechterde als gevolg van de behandeling. In veel gevallen negeerde de dokter alarmerende telefoontjes van familieleden en in veel gevallen verhoogde de arts zelfs de dosis van het medicijn ondanks het ontstaan van bijwerkingen van psychiatrische aard.

ACUTE VERGIFTIGING

Vanuit zijn klinische ervaring en onderzoek (Breggin, 2003) en zijn analyse van voor het publiek afgesloten dossiers, (Breggin, 2006a) is het duidelijk geworden dat druggeïnduceerde psychiatrische bijwerkingen het meest voorkomen wanneer met een medicijn net gestart is, wanneer de dosis veranderd wordt of wanneer het gebruik van het medicijn gestopt wordt. Zijn observaties zijn sinds 2005 als waarschuwing op de labels van psychiatrische medicijnen te vinden.

CHRONISCHE BETOVERING

Gebruikers van psychiatrische medicatie kunnen chronisch betoverd worden: Ze kunnen maanden of zelfs jaren achter elkaar medicijnen slikken zonder te merken dat ze mentaal beschadigd zijn, dat de medicijnen de beschadiging veroorzaken, dat ze er geen profijt van hebben en in extreme gevallen merken ze zelfs niet dat ze dwangmatig destructief zijn geworden voor zichzelf en anderen.

Dit alles is bekend bij iedereen die ooit te maken heeft gehad met chronische alcoholisten. Maar volgens de ruime ervaring van Breggin, is betovering een onvermijdelijke uitkomst van het chronisch gebruik van IEDERE psychoactieve agent.

In de psychiatrie wordt dit effect gewoonlijk herkend bij individuen die voor een lange tijd benzodiazepines krijgen voorgeschreven. Vaak raakt het individu afhankelijk en beschadigd zonder zich dit te realiseren.

Antidepressiva hebben eveneens negatieve lange termijn effecten waarvan de patiënt niet toe in staat is deze op te merken. Keer op keer heeft Breggin patiënten geëvolueerd die jarenlang antidepressiva slikten zonder zich te realiseren dat hun emoties afgevlakt raakten, dat het middel dit veroorzaakte en dat ze niet zo goed functioneerden als ze zouden kunnen in een hele reeks activiteiten.

VARIËRENDE EFFECTEN VAN PSYCHIATRISCHE MEDICIJNEN

De betovering van medicatie of intoxicatie anosognosia varieert afhankelijk van het medicijn. Zoals eerder opgemerkt, produceren antidepressiva een continuüm van stimulatie die de persoon niet herkent als een drugeffect. In extreme gevallen, veroorzaakt deze stimulatie druggeïnduceerde manie, (Breggin, 2003, 2006b) een staat waarin het individu extatisch betoverd is en gelooft dat hij functioneert op een fantastisch niveau.

Antidepressiva kunnen vooral bij chronisch gebruik ook een afstompend en bedwelmend effect hebben. En alweer zal het individu de ernst hiervan of de relatie met het middel niet inzien en het gevoel hebben dat hij juist beter functioneert.

De benzodiazepines produceren een reeks betoverende effecten die erg vergelijkbaar zijn met de effecten van alcohol maar vaak zonder de duidelijke dronkemansverschijnselen met lallende spraak en struikelen die het individu alert zou kunnen maken op vergiftiging.

De stimulanten (Ritalin, Concerta etc.) produceren een continuüm van stimulatie vergelijkbaar met dat van antidepressiva maar ze produceren ook het specifieke fenomeen van verminderde spontaniteit.

Des te apathischer en gedweeër een kind zich gedraagt, hoe meer het wordt beschouwd als een verbetering door ouders en docenten en zelfs door het kind zelf vanuit zijn verlangen om uit de problemen te blijven.

De neuroleptica produceren een verwoestend disfunctioneren van de frontale kwab door het blokkeren van dopamine neurotransmissie waardoor een zichtbare chemische lobotomie ontstaat. (Breggin, 1997)

In veel gevallen kunnen mensen zich zombieachtig gaan gedragen. In extreme gevallen kunnen patiënten onder invloed van neuroleptica robotachtig worden en niet meer in staat zijn voor zichzelf te denken of handelen.

(deel 1 , deel 3 )

6 Reacties

  1. Ik vind het artikel over de bijwerkingen van psychiatrische medicijnen interessant. Ik zou graag een aanvulling hebben gezien met wat ik er als gemiddelde burger mee kan. Helemaal niets slikken? Of zijn er andere verstandige manieren om met dit probleem om te gaan?
    Paul

  2. Er komt nog een deel III…

  3. Ik denk dat je er als ‘gebruiker’ er op verschillende manieren iets mee kunt. Je kunt je openen voor de mogelijkheid dat jezelf ook beïnvloed wordt door deze medicamenteuze betovering.

    Afhankelijk van je eigen persoonlijkheid kun je daar verschillend op reageren. Je kunt het gewoon accepteren en doorgaan. Je kunt denken dat het niet voor jou geldt, of je kunt actie ondernemen door voorzichtigaan te gaan afbouwen of misschien is ‘afkicken’ een betere term.

    Het grote manco in de huidige psychiatrie is dat er i.t.t. de alcoholafkickcentra, er geen A.A. is voor mensen die willen afkicken van hun psychiatrische hersenbeïnvloedende medicatie. Zij staan voor een muur van artsen die hen denken te beschermen door ze de medicatie te laten blijven slikken, waardoor ze óf extreem snel gaan afbouwen waardoor het mis kan gaan of ze geven het op.

    Het zou mooi zijn als er psychiatrische afkickcentra zouden komen waar mensen onder goede begeleiding hun afkickproces door kunnen gaan, waarbij zowel aandacht is voor de afkickverschijnselen, als de opnieuw opborrelende thematiek die ten grondslag lag aan de oorspronkelijke problemen.

    Volgens mij kunnen afkickprocessen ook vrij goed poliklinisch plaatsvinden.

    Van groot belang is hierbij dat de mensen geen angst wordt aangepraat over psychiatrische hersenafwijkingen die in bedwang gehouden dienen te worden door hersenbeïnvloedende farmaceutische producten, waarvan Breggin zelfs beweert dat ze vooral werken omdat ze de hersenen beschadigen.

    Ik raad iedereen aan voorzichtig om te gaan met deze inhoud, maar ik denk wel dat het verstandig is om kritisch te gaan kijken naar een verschijnsel als ‘intoxicatie anosognosia’. Het kan immers het begin betekenen van een nieuwe start in iemands leven.

  4. Even een weetje: je hersenen ontwikkelen zich tot in je 20-er jaren. Het laatst worden geloof ik de delen ontwikkeld die zich met associatie, het verbinden van zaken, bezighouden. Gebruik van wat voor middelen (alcohol, weed, …) dan ook is daarom voor zover ik begrijp juist in deze periode af te raden. Tenminste, voor zover het de ontwikkeling van je hersenen betreft. Socaal gezien kan het wel goed werken, denk ik. En dan een gedachtensprong: heeft associatie niet met heelwording te maken, het verenigen van delen (denkbeelden) in je hoofd? Wat Jung en anderen zien als psychische heling?

    Je kunt het ook vergelijken met kanker, wat minder schadelijk is naarmate je ouder wordt, als je lichaamsprocessen (celdeling etc.) langzamer worden. Hoe sneller lichaamsprocessen, hoe voorzichtiger je moet zijn met beinvloeding. Denk ook aan baby’s, embryo’s zelfs.

    Tot zover deze amateurbioloog…

    Jos

  5. Dank je wel voor dit uitgebreide artikel, Sharon. Het zal een hele klus zijn geweest dit allemaal te beschrijven.
    Ik denk dat als het gaat om onze ‘beleving’, het inderdaad heel moeilijk is om te beseffen dat je niet helemaal ‘normaal’ (wat we daaronder dan ook verstaan) reageert. Dat geldt inderdaad ook voor de invloed van alcohol en andere ‘drugs’ maar ik denk hierbij ook aan de psychose zelf. Als je hallucineert of waanideëen hebt besef je zelf ook niet dat het niet reëel is hoe je de dingen ervaart.
    Bovendien denk ik dat wanneer iemand start met psychiatrische middelen, er vaak zo veel fysieke bijwerkingen zijn (bv trillen, stijfheid, dorst, sufheid, enorme slaperigheid, enz.) dat je daardoor mogelijk de ‘intoxicatie anosognosia’ niet opmerkt. Bovendien houden artsen vrij vaak vol dat je nu eenmaal de bijwerkingen voor lief moet nemen omdat het middel per se nodig is om de symptomen van de ‘stoornis’ te onderdrukken of verhelpen.

  6. […] NOTEN (1) http://wehebbenhersensnodig.nl (2) Nederlandse Hersenbank voor de Psychiatrie (http://www.nhb-psy.nl/) (3) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/01/25/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-i/ (4) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen…(5) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-iii/ […]

Plaats een reactie