Het betoverende effect van psychiatrische medicijnen (Deel I)

De Amerikaanse psychiater Peter Breggin publiceerde in 2006 een artikel in ‘Ethical Human Psychology and Psychiatry’ getiteld: ‘Intoxication Anosognosia: The Spellbinding Effect of Psychiatric Drugs’. Peter Breggin wijst er al decennia op dat ALLE fysieke behandelingen in de psychiatrie werken door middel van het veroorzaken van een storing in het brein en het beschadigen van bepaalde hersenfuncties.

In zijn artikel schrijft hij over één specifiek schadelijk aspect van psychiatrische medicijnen dat hij ‘The Spellbinding Effect’ genoemd heeft. Vertaald zou je het ‘Het betoverende effect’ kunnen noemen.

Veel mensen gebruiken legale, recreatieve middelen zoals cafeïne, nicotine en alcohol ondanks de waarschuwingen voor hun schadelijke effecten. Ook zijn er mensen die illegale drugs gebruiken zoals amfetamine, cocaïne en heroïne ondanks pogingen hen op de gevaren hiervan te wijzen.

Verder is er een groot percentage van de bevolking dat psychiatrische medicatie gebruikt – inclusief antidepressiva en stimulerende middelen zoals Ritalin en Concerta – waarvan de veiligheid en effectiviteit meer en meer ter discussie staan bij onder andere de FDA. (Food and Drug Administration, V.S.)

Waarom slikken zoveel mensen psychiatrische medicatie? Zelfs ondanks de duidelijke schadelijke effecten en vaak twijfelachtige voordelen? Er zijn natuurlijk zeer veel uiteenlopende redenen waarom mensen ervoor kiezen middelen te gebruiken die de hersenfuncties op een negatieve manier beïnvloeden.

In het genoemde artikel focust Breggin zich op één specifiek biologisch mechanisme dat het gebruik van deze middelen aanmoedigt en soms zelfs lijkt af te dwingen.

In het verleden hebben de meeste waarschuwingen over de verleidelijke effecten van drugs zich gericht op recreatieve en illegale middelen. Maar kunnen dezelfde of vergelijkbare effecten gevonden worden in ALLE psychoactieve middelen, inclusief voorgeschreven psychiatrische medicatie?

Er bestaat toenemend bewijs dat de meeste psychiatrische medicijnen veranderingen in de hersenen veroorzaken waardoor afhankelijkheid en ontwenningsproblemen kunnen optreden wanneer men met het middel probeert te stoppen. (Breggin, 1997; Breggin & Cohen 1999.)

Maar afhankelijkheid en ontwenningsproblemen op zich verklaren het wijdverspreide gebruik van psychoactieve stoffen inclusief niet-verslavende psychiatrische middelen zoals antidepressiva, lithium en antipsychotica niet volledig.

Medication MadnessPeter Breggin heeft jarenlang tientallen klinische en forensische zaken onderzocht waar individuen suïcidale, gewelddadige of criminele neigingen of gedragingen ontwikkelden terwijl ze onder invloed waren van psychiatrische drugs.

In zijn boek ‘Medication Madness’ beschrijft hij uitgebreid verschillende voorbeelden van mensen zonder criminele voorgeschiedenis die onder invloed van meestal combinaties van psychiatrische medicijnen plotseling in staat bleken tot de meest afschuwelijke, criminele daden.

Breggin heeft in verschillende rechtszaken bepleit dat de wandaden die sommige mensen begingen, het gevolg waren van een organische, door drugs veroorzaakte neurologische stoornis en niet door één of andere geestelijke stoornis.

Door zijn getuigenissen zijn meerdere mensen ‘niet schuldig’ bevonden vanwege ontoerekeningsvatbaarheid veroorzaakt door psychiatrische drugsvergiftiging.

De meeste mensen die Breggin onderzocht in deze zaken, verklaarden gedurende hun medicijngebruik dat het uitstekend met hen ging, soms zelfs beter dan ooit tot ze het gebruik ervan staakten en inzagen wat er met hen gebeurd was.

Bij alle gevallen die hij beschrijft in zijn boek, waren de suïcidale, gewelddadige of criminele gedragingen totaal afwijkend wanneer er gekeken werd naar het leven van het individu voorafgaand aan zijn daden. De daden werden nooit herhaald nadat de persoon stopte met de medicatie.

In alle onderzoeken die Peter Breggin verrichtte, bleken de personen zich absoluut niet te realiseren hoe bizar en onkarakteristiek ze zich gedroegen en dat ze onder invloed zouden kunnen zijn van psychiatrische drugs.

Ze realiseerd en zich pas wanneer het gebruik gestaakt werd hoe irrationeel en desastreus hun gedrag was. (Bekendheid met de effecten van de medicatie voorkwam het betoverende effect niet altijd: Breggin onderzocht namelijk ook diverse artsen die het slachtoffer waren van deze drugsvergiftiging.)

Bovenstaande reacties op psychiatrische medicatie zijn natuurlijk erg extreem en zeker geen algemeen kenmerk van mensen die blootgesteld worden aan deze middelen.

Breggin is er echter van overtuigd dat ze inzicht bieden in de door drugs geïnduceerde fenomenen die de meeste – zo niet alle – individuen beïnvloeden die afdoende medicatie krijgen om hun mentale conditie te wijzigen.

HET BETOVERENDE EFFECT OF ‘INTOXICATIE ANOSOGNOSIA’

Er zijn drie thema’s die door alle onderzochte zaken van Breggin heenlopen:

Ten eerste zijn de individuen er niet toe in staat in te zien dat ze op een irrationele, onkarakteristieke manier handelen. Ten tweede zijn ze er niet toe in staat de medicatie aan te wijzen als iets dat op de één of andere manier een rol speelt in hun drastisch veranderde mentale processen en activiteiten. Ten derde denken ze vaak dat de medicatie helpt hoewel ze het soms zelfs blijven innemen terwijl ze duidelijk mentaal achteruit gaan.

Deze thema’s leidden ertoe dat Breggin meer onderzoek begon te verrichten naar wat hij in eerste instantie identificeerde als het ‘betoverende effect’ van psychoactieve drugs –technisch gesproken intoxicatie anosognosia; het niet kunnen herkennen van de schadelijke mentale effecten van psychoactieve middelen en de bijkomende neiging hun positieve mentale effecten te overdrijven.

Dit betoverende effect is volgens Breggin waarschijnlijk de voornaamste reden dat psychoactieve drugs zo vaak gebruikt worden. Het betoverende effect van psychoactieve drugs leidt ertoe dat mensen diep in de problemen kunnen raken voordat ze in de gaten hebben wat ze zichzelf en anderen aandoen.

Hetzelfde betoverende effect zorgt ervoor dat veel psychiatrische patiënten voorgeschreven medicatie accepteren zonder zich te realiseren hoe ernstig deze hen schaadt en hoe weinig ze hen helpt.

 

DE RELATIE TOT HET HERSENBESCHADIGENDE PRINCIPE
Het betoverende effect is een uitvloeisel van een serie observaties die Breggin eerder ‘Het hersenbeschadigende principe van psychiatrische behandeling’ heeft genoemd. (Breggin, 1997) Het hersenbeschadigende principe houdt in dat ALLE biopsychiatrische behandelingen het disfunctioneren van de hersenen veroorzaken, dat hersenbeschadiging het primaire “therapeutische” effect is en dat behandelingen als succesvol worden beschouwd wanneer deze beschadiging als een verbetering wordt geïnterpreteerd.
Het principe is van toepassing op lobotomie, elektroshock en alle psychiatrische medicatie.

In samengevatte vorm volgen hieronder de eerste vier van de elf hersenbeschadigende principes (Breggin, 1997):

 

  1. Alle biopsychiatrische behandelingen hebben één werkingsmechanisme met elkaar gemeen: – de verstoring van het normale functioneren van het brein. Geen enkele behandeling verbetert de breinfunctie.
  2. Alle werkzame biopsychiatrische interventies veroorzaken het algemene disfunctioneren van de hersenen: Zowel de emotionele als de cognitieve functies. In een enigszins dosisafhankelijke manier, verstoren alle biopsychiatrische interventies de globale mentale functie.
  3. Biopsychiatrische behandelingen produceren hun “therapeutische” effect door middel van het beschadigen van het hogere, menselijke functioneren, inclusief het emotionele reactievermogen, sociale gevoeligheid, zelfbewustzijn of zelfinzicht, autonomie en zelfbepaling. Drastischere effecten zijn onder andere apathie, euforie en lobotomieachtige onverschilligheid. Wanneer de verstoring in het normaal functioneren als voordelig wordt geïnterpreteerd, wordt de behandeling als succesvol beschouwd. Het functioneren wordt vaak door de arts of familie als voordelig geïnterpreteerdmaar niet door de patiënt zelf. Soms prefereren patiënten zelf de verstoorde staat omdat het hun zelfbewustzijn en lijden dempt, een kunstmatige euforie veroorzaakt of als gevolg van placebo-effecten.
  4. Iedere biopsychiatrische behandeling produceert zijn essentiële of primaire hersenbeschadigende effect op alle mensen, inclusief normale vrijwilligers en patiënten met variërende psychiatrische diagnoses. Het effect is niet specifiek voor een bepaalde psychiatrische stoornis. Tot de mate waarin het gemeten kan worden, treedt dit effect op in alle normale zoogdieren.
Antipsychotica beschadigen bijvoorbeeld de basale ganglia en het functioneren van de voorste hersenkwab wat desinteresse en mat gedrag veroorzaakt en individuen apathischer en volgzamer maakt. (Breggin, 1997)

Benzodiazepines verhogen de GABA-zuurfunctie  die een algemene onderdrukking van de functie van het centrale zenuwstelsel veroorzaakt en uiteindelijk slaap en anesthesie veroorzaakt bij alle mensen en zoogdieren en soms angst gedurende het proces afzwakt. (Breggin, 1998a)

Stimulerende medicatie (zoals bijvoorbeeld Ritalin) beschadigt eveneens het functioneren van de basale ganglia en de voorste hersenkwab waardoor spontaniteit onderdrukt wordt, obsessief dwangmatig gedrag in alle mensen en zoogdieren geproduceerd wordt en waardoor kinderen minder sociaal, gehoorzamer, meegaander en volgzamer worden. (Breggin 1999a, 1999b)

De SSRI antidepressiva verstoren de serotonine neurontransmissie in het gehele brein die mentale effecten veroorzaakt die niet gemakkelijk te meten zijn bij dieren. Bij mensen veroorzaken ze een reeks beschadigingen; van het afvlakken van emoties tot aan een stimuleringssyndroom met euforie en manie, die allemaal soms geïnterpreteerd worden als een verbetering door anderen of worden ervaren als een verlichting door de patiënt. (Breggin, 2003)

Het betoverende effect definieert een specifieke nuance van het hersenbeschadigende principe: De neiging van individuen om op hersenbeschadigende effecten te reageren door het bestaan of de ernst ervan niet op te merken, het niet in staat zijn deze te linken aan het medicijn, het overschatten van de veronderstelde voordelen en soms het begaan van dwangmatige destructieve daden.

Ieder psychoactief middel kan mentaal disfunctioneren veroorzaken en leiden tot betovering. Ook sommige non-psychiatrische medicijnen kunnen potentieel leiden tot het mentaal disfunctioneren en intoxicatie anosognosia (betovering) zoals bijvoorbeeld cardiovasculaire medicijnen, medicijnen tegen een hoge bloeddruk, steroïden en zelfs sommige soorten antibiotica. (Farlow and Hake, 1998)

voor deel 2: https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-ii/