De Waanbeelden van de Hersenbank

Ik zat laatst in de auto toen ik een spotje hoorde van de Hersenbank. De hersenbank bleek bezig te zijn met een campagne om mensen zover te krijgen om vooral hun psychiatrische hersenen te doneren aan de wetenschap.

wat-gaat-er-nou-mis-met-mijn-brein

Een tekst van de website ‘We hebben hersens nodig’ (1)

Door mijn transformatie naar actieve ‘gezinsman’ heb ik de laatste jaren minder tijd gehad voor het werken aan Psychose Anders, maar deze campagne kon ik toch niet zomaar onbesproken de revue laten passeren. Het zal de trouwe lezer niet verbazen dat de denkbeelden die de basis vormen voor deze benadering mijn nekharen overeind lieten komen. In deze bijdrage een blik op deze campagne en de hersenbank vanuit een psychose-anders perspectief.

Als je op de site van de campagne kijkt (1), zie dat je er allerlei mensen praten over wat zij psychiatrische ziektes noemen. Myrthe van der Meer (schrijfster van de boeken PAAZ en UP) doet ook mee aan deze campagne. Zij vraagt zich af wat er nou eigenlijk mis is in haar brein op de momenten dat ze denkt dat ze kan vliegen, of toen niemand mocht weten dat ze dood wilde.

myrthe-van-der-meer-wat-gaat-er-nou-mis-met-mijn-brein

Myrthe van der Meer: Wat gaat er nou mis in mijn brein?

De Hersenbank, en daarbinnen de speciaal op psychiatrie gerichte (Hersenbank voor de Psychiatrie, 2) vertellen op hun website de achtergrond van hun onderzoek. Kort gezegd komt het erop neer dat zij denken in de hersenen iets te kunnen vinden wat de oorzaak zou zijn voor zogenaamde psychiatrische aandoeningen.

Na vele drukken DSM, en vele decennia aan psychiatrische ‘ziekten’ is het schijnbaar nog altijd niet gelukt om steekhoudend zoiets als ‘schizofrenie’, ‘ernstige depressie’, een obsessief-compulsieve stoornis, een bipolaire stoornis of wat dan ook te vinden in de hersenen. Je zou daaruit de conclusie kunnen trekken dat er misschien ook wel gezocht wordt naar iets dat niet werkelijk bestaat, maar je kunt ook denken dat je als je goed zoekt het uiteindelijk wel zult vinden.

Ik zou overigens de laatste zijn om te ontkennen dat er wel iets kan veranderen in de hersenen van mensen met bepaalde diagnoses, maar dan wel vooral door de effecten van de medicatie op de hersenen. Het drieluik dat ooit eens is geschreven door Sharon van Haren op deze site is hierbij zeer verhelderend (3, 4 en 5). In deze artikelen wordt de Amerikaanse psychiater Peter Breggin aangehaald die stelt dat juist door de effecten van hersenbeïnvloedende medicatie zoals anti-depressiva en anti-psychotica dingen veranderen in de hersenen.

Hij spreekt over het verschijnsel dat hij ‘intoxicatie anosognosia’ noemt, wat staat voor het niet kunnen herkennen van de schadelijke mentale effecten van psychoactieve middelen en de bijkomende neiging hun positieve mentale effecten te overdrijven: mensen ervaren allerlei vreemde zaken na het innemen van psychofarmaca, maar denken vooral dat het met hun ‘ziekte’ te maken heeft.

Hij stelt zelfs dat hersenbeschadiging het voornaamste therapeutische effect is van psychiatrische medicatie (3). Met andere woorden: de kalogo-nederlandse-hersenbank-voor-psychiatriens is groot dat de hersenbank afwijkende hersenen kan gaan vinden bij mensen die al vele jaren lang dit soort hersenbeschadigende medicatie tot zich nemen. Als hersenonderzoeker zou je dan kunnen gaan juichen omdat je een ‘ziekte’ hebt gevonden, maar je kunt ook vooral zorgelijk constateren dat je slechts het effect van psychiatrische middelen op gezonde hersenen hebt kunnen aantonen. Dit soort hersenbeschadigingen worden ook uitvoerig genoemd in het onderzoek van Breggin (3).

Binnen het kader van Psychose Anders wordt niet ontkend dat het leven soms erg pittig en voor sommigen eigenlijk te pittig kan zijn. Ook zijn er vele manieren waarop mensen kunnen omgaan met deze uitdagingen die het leven kan aanreiken. Mijn favoriete metafoor is die van de pianist die een prachtig stuk op een piano speelt. Hierbij staat de pianist voor de geest en de piano voor de hersenen. Als de muziek die gespeeld wordt niet helemaal lekker klinkt, kun je aan twee dingen denken: degene die de piano speelt heeft niet veel ervaring met pianospelen, of er is iets mis met de piano.

Binnen Psychose Anders wordt vooral ingezet op de eerste geestelijke benadering: hoe kan de geest getraind worden via oefening, inzichten om beter te leren pianospelen (leven). De tweede benadering is erg populair binnen de psychiatrie, binnen onze samenleving en binnen de groep wetenschappers die eigenlijk niet echt geloven in een geest die hersenen bespeelt. In die zin zou je kunnen zeggen dat de campagne om hersenen te verzamelen het ultieme voorbeeld is van een materialistisch wereldbeeld, waarin bewustzijn niets anders is dan het tijdelijke resultaat van hersenactiviteit. Afwijkende gedachten of gevoelens moeten dan het resultaat zijn van afwijkende hersenactiviteit of  van een of andere genetische afwijking. Wellicht ontdekken we later dat dit een waandenkbeeld blijkt te zijn geweest.

Het is voor mensen die worden geconfronteerd met de vreemde sprongen die een geest in het nauw kan maken ook veel aantrekkelijker om de piano de schuld te geven, omdat het veel lastiger en moeilijker is om je te openen voor de mogelijkheid dat je piano misschien wel helemaal goed werkt, maar dat je wellicht kunt leren wat minder angstig, met meer humor en liefdevoller te leren spelen. Wat ook zeker niet makkelijk is in een wereld waar vaak wat rommelige muziek wordt gespeeld.

Het idee dat je piano kapot is, stimuleert iemand natuurlijk niet om eens goede pianoles te gaan nemen. In die zin kan de campagne van de hersenstichting ook schadelijk zijn omdat ze mensen laat geloven dat er waarschijnlijk toch iets fundamenteels mis is met hun brein, iets waar buiten wat medicatie niet veel aan te doen is.

NOTEN
(1) http://wehebbenhersensnodig.nl
(2) Nederlandse Hersenbank voor de Psychiatrie (http://www.nhb-psy.nl/)
(3) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/01/25/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-i/
(4) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-ii/
(5) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-iii/

Zonder Medicatie een goede Mentale Weerstand opbouwen tegen Psychotische Kwetsbaarheid

Laatst ontving ik een bericht van Ralf Arends waarin hij schrijft over de manier waarop hij zonder medicatie erin geslaagd is om om te gaan met zijn psychotische episode en zijn psychosegevoeligheid. Vanzelfsprekend met zijn toestemming wil ik de brief hieronder plaatsen. In het artikel ‘Stoeien met metaforen en begrippen‘ (1) worden vier metaforen genoemd waarmee je naar psychotische verschijnselen zou kunnen kijken. Ralf gebruikt hierbij de medisch model-metafoor om zijn ervaringen in te kaderen.

Ralf: “Bedankt voor het opzetten van deze website. Het valt in één lijn met het gedachtegoed dat ik al ruim twee jaar met succes praktiseer voor het herstel van mijn eigen psychose.

Ik ben eigenlijk vanaf dag 1 sinds mijn vertrek uit de psychiatrische afdeling (mei 2009) volgepropt met antipsychotica. Zware medicatie die voor mij het leven niet meer de moeite waard maakten. Sterk afgenomen seksualiteit, an algehele onderdrukking van levenslust waren voor mij het gevolg.

Ik heb mezelf onderwezen om te herstellen van mijn psychose, zuiver door psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie en het lezen van ervaringen van anderen. Ik leef momenteel een vrij aangenaam en rustig leven met een full-time baan en alle nevenactiviteiten die ik had voor mijn psychose. Maar ik leef nog steeds met psychosegevoeligheid.

Ik slik echter geen medicatie. In februari 2011 heb ik mijn psycholoog uitgelegd dat ik wilde stoppen met mijn medicatie omdat ik:

– zelden nog last had van psychotische voortekenen
– een objectieve derde-persoons visie had ontwikkeld waarmee ik mijn eigen onwerkelijke gedachten kon corrigeren.
– mijn psychotische denkbeelden had ontleed en deze had ontdaan van elke betekenis of emotionele lading
– geen angst meer voelde bij het optreden van psychotische voortekenen
– prima kon leven met een onderschatting van de betrouwbaarheid van mijn eigen waarneming ten tijde van psychotische voortekenen
– goed in staat was om te constateren wanneer psychotische voortekenen optraden

zie (3) voor herkomst illustratie

Ik had veel gelezen en ik heb mezelf grondig geconfronteerd met mijn waanideeen die voortvloeiden uit mijn psychose om zodoende mijn eigen waanzin te onderstrepen. Maar mijn behandelaar wist me alleen maar te vertellen dat het erg risicovol was om te stoppen met mijn medicatie.

Ik ben niet tegengewerkt om een poging te wagen en mijn behandelaar was uiterst betrokken, maar anderzijds werd mijn idee om met medicatie te stoppen ook niet aangemoedigd. Hierdoor voelde ik me erg onzeker en was de angst voor terugval groot.

Wanneer ik praat met mijn behandelaar wordt me regelmatig verteld dat ik een uitzondering ben en dat slechts weinig mensen in staat zijn om ‘mijn’ methode (pretentieuze verwoording, excuses hiervoor) te gebruiken en dat afhankelijkheid van medicatie in de meeste gevallen beter is. En daar ben ik het niet mee eens.

Ik ben slechts een ervaringsdeskundige, maar ik zou met zoveel liefde anderen met deze ziekte helpen. En jullie hebben een prachtig platform. Ik heb verhalen klaar. Ik heb in een verschrikkelijke wereld gezeten en ik realiseer me dat het leven (zelfs met medicatie) een hel is, wanneer je geen rationele positie kunt innemen t.o.v. je eigen ziekte en je betekenis blijft verlenen aan je eigen wanen.

De irritatie die ik heb met behandeling van psychoses door medicatie ligt meer in het concept. Want van pillen leer je helemaal niks. Het is zuivere symptoombestrijding (in dit geval door de onderdrukking van externe impulsen). En je creeert afhankelijkheid en het geloof dat een terugval onvermijdelijk is, wanneer je ophoudt.

Er is tijdens mijn psychose niemand geweest die ook maar heeft geprobeerd om me uit te leggen wat er aan de hand was. Mijn behandelaar kwam pas in beeld nadat ik ontslagen was uit het ziekenhuis. Ik had graag gewild dat er tijdens mijn opname iemand was geweest die me had uitgelegd dat ik gewoon aan het trippen was en die een poging had gewaagd om me eruit te praten. Iemand die me had uitgelegd dat alles dat ik op dat moment meemaakte, slechts een verandering was in ‘mijn perceptie van de realiteit’ en niet een verandering in de realiteit zelf.

Ik ben momenteel bezig met het uitschrijven van mijn verhaal. Heel kort door de bocht komt het er op neer dat ik het mogelijk acht om zonder medicatie een gezonde mentale (en zeer leefbare) weerstand op te bouwen tegen psychosegevoeligheid.

De lullige constructie aan de ziekte is dat, als ik forums lees en naar mezelf kijk, de grootste initiator en stressfactor voor terugval juist de angst is voor een volgende psychose. De grootste wens voor mensen met deze ziekte is om het vertrouwen terug te winnen in de eigen waarneming. Maar ook dit verandert niks aan de verwarring die velen een leven lang meedragen t.g.v. de ervaringen tijdens hun psychose.

Het voornaamste doel van de methode die ik heb toegepast op mezelf is het wegnemen van de angst. Het idee erachter is dat iemand die met een schuin oog kijkt naar de betrouwbaarheid van zijn waarneming, in feite niet psychotisch kan worden. Mensen kunnen de meest afgrijselijke dingen zien in horrorfilms en toch niet verward raken. Omdat ze weten dat het een berg onzin is en verder geen conclusies verbinden aan wat ze gezien hebben.

Psychotische Denkbeelden en Hun Mogelijke Betekenissen‘ (2) is voor mij een aftekenlijst voor alles wat ik heb meegemaakt. Heel trefzeker.”

VOETNOTEN

(1) https://psychoseanders.wordpress.com/2012/04/24/stoeien-met-metaforen-en-begrippen-4-manieren-om-te-kijken-naar-psychiatrische-symptomen/
(2) https://psychoseanders.wordpress.com/2010/03/16/psychotische-denkbeelden-en-hun-mogelijke-betekenis/
(3) http://www.shreyanandy.blogspot.com/2010/12/man-in-glass-by-anonymous.html