De Keuze om zonder Antipsychotica te worden behandeld voor Psychoses

Inmiddels zijn er bijna 4 jaar gepasseerd sinds het laatste artikel op deze Psychose Anders site. Misschien ook wel omdat het meeste wel al gezegd is. Cristina wees me echter op een debat dat op juni 2020 wordt georganiseerd in Amsterdam (1) en na even  te hebben gekeken leek het me zeker de moeite waard hier aandacht voor te vragen. Het gaat immers om een vraag die binnen het Psychose Anders denkraam ook van belang is: in hoeverre heb je het recht om zonder antipsychotica geholpen te worden met een psychotische periode?

Het schijnt dat in Noorwegen dit recht zelfs al vastgelegd is in de wet. In Nederland is de richtlijn vooral om mensen juist te voorzien van allerlei chemisch materiaal om de hersenactiviteit af te remmen. Het is hartverwarmend om bij de introductie van dat debat te lezen dat er eigenlijk niet zoveel verschil is tussen de effectiviteit van een antipsychoticum en een placebo:

Waarom is dat zo? We weten uit betrouwbare meta-analysen van randomised trials dat bij een acute psychose de kans op een goede respons 23% is bij behandeling met antipsychotica, en 14% bij behandeling met placebo (1). Sowieso een niet erg indrukwekkend resultaat. En het betekent dat van de 11 mensen met een goede respons op het antipsychoticum, er 10 dat ook op placebo zouden hebben gehad.

Vroeger werd er gezegd dat snelle behandeling met een antipsychoticum belangrijk was omdat onbehandelde psychose slecht zou zijn voor het brein. Maar dit bleek een ‘urban myth’ (2) te zijn.

Ter ondersteuning van deze ‘urban myth’ wordt een artikel aangehaald van Zipurski et al. uit 2013 waarin wordt geconcludeerd dat de nodige hersenschade bij schizofrenie ook verklaard kan worden uit het langdurige gebruik van antipsychotica:

MRI studies demonstrate subtle developmental abnormalities at first onset of psychosis and then further decreases in brain tissue volumes; however, these latter decreases are explicable by the effects of antipsychotic medication, substance abuse, and other secondary factors (2).

In een ander artikel (3) waarnaar verwezen wordt, wordt gesproken over het Dopamine Supersensitiviteit sydnroom (DPS). Ook deze tekst is niet mals (en van de hand van Prof. dr. Jim van Os):

Maakt antipsychotica de psychose erger? Het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom (DPS)

Als iemand lang antipsychotica gebruikt zal het lichaam proberen te compenseren voor de effecten van de medicatie. Aangezien antipsychotica werken door de dopamine -D2-receptor te blokkeren, zal het lichaam trachten deze blokkade op de een of andere manier ongedaan te maken. Al in de jaren 60 van de vorige eeuw beschreef de wetenschapper Chouinard dat dit kan leiden tot “’supersensitiviteit’ van de dopamine-D2-receptor waardoor de psychosegevoeligheid juist kan toenemen in plaats van afnemen.

Het is boeiend om te mogen constateren dat er de afgelopen jaren bewegingen zijn die goed aansluiten bij het psychose anders gedachtegoed. De site van ‘psychose net’ lijkt dan ook wel een aanwinst te zijn in de strijd tegen het blindelings verstrekken van medicijnen bij allerlei vermeende ‘geestelijke hersenziektes’. Jim van Os heeft duidelijk niet stil gezeten de laatste jaren!

NOTEN
(1) ggznieuws.nl/home/beperkt-kaarten-beschikbaar-voor-debat-over-medicijnvrije-behandeloptie-psychose/
(2) https://academic.oup.com/schizophreniabulletin/article/39/6/1363/1884403
(3) https://www.psychosenet.nl/antipsychotica-en-dopamine-supersensitiviteit/

Enkele Gedachten over de Verhullende Term ‘Stemmingsstabilisator’

Zoals wel duidelijk moge zijn bij het lezen van artikelen op deze site is de keuze voor het gebruik van bepaalde woorden van groot belang. Aanzienlijke krachten spelen een rol die ons vooral willen aansporen om te denken in termen van biologische afwijkingen en lichamelijke ziekten, terwijl termen als levensproblemen, verdriet, eenzaamheid, gevoel van falen, tijdelijke verwarring, zielspijn wellicht een veel realistischer verklaringskader bieden.

Zie voor herkomst afbeelding (1)

Oefenen met Balans – zie voor herkomst afbeelding (1)

Het is dan ook van belang om alert te zijn op allerlei manieren waarop mensen die het soms moeilijk hebben met al de uitdagingen van het leven – wie heeft dat niet af en toe? – worden gemanipuleerd om te gaan denken dat er sprake is van biologische oorzaken. Biologische oorzaken impliceren immers ook biologische remedies, zoals chemische preparaten die we eufemistisch aanduiden als medicijnen.

Wat me de laatste tijd opvalt is het groeiende gebruik van de term ‘stemmingsstabilisator‘. Zojuist verwees bijvoorbeeld een bezoeker van deze site, Jolanda, naar lamotrigine als stemmingsstabilisator (1). Laatst hoorde ik iemand spreken over het gebruik van een stemmingsstabilisator voor iemand die agressief was geworden.

Bij de term ‘stemmingsstabilisator’ krijg ik bijna een vriendelijke glimlach op mijn gezicht. Het roept bij mij haast warme associaties op met een liefdevolle wetenschappelijke basis. Als een moeder die haar kind even een extra knuffel geeft als ze het even moeilijk heeft.

De lievige associatie bij de term ‘stemmingsstabilisator’ lijkt haast te verhullen dat we hier toch gewoon ook te maken hebben met heftige middelen. Neem nu Jolanda’s tip ‘lamotrigine’: dat is eigenlijk vooral een middel tegen epileptische aanvallen (3). Stemmingsstabilisatoren tegen agressie zijn vaak gewoon heftige kalmeringsmiddelen, of antipsychotica.

Vanwege deze relatief prettige associatie bij het woord ‘stemmingsstabilisator’ loopt de term het risico om gebruikt te gaan worden bij vele medicijnen die invloed uitoefenen op de stemming. Zo zou je zowel antipsychotica, antidepressiva, anti-epileptica, angstremmers en kalmeringsmiddelen kunnen zien als een soort van stemmingsstabilisator: je stemming kan er immers wat neutraler en wat stabieler door worden.  Ik zou er dan toch vooral de voorkeur aan geven om zorgvuldiger met deze term om te springen en deze zeker niet te gemakkelijk te generaliseren.

Daarnaast zou ik mensen die  de gewoonte hebben opgebouwd om heftige stemmingswisselingen te hebben vooral willen aanmoedigen om technieken te leren waarbij ze met hun geest hun hersenen op een helende manier kunnen masseren (5). Laten we hopen dat we naar een tijd groeien waarin mensen vooral associaties krijgen als ‘achterhaalde chemische middelen uit het biopsychiatrische tijdperk‘ bij de term ‘stemmingsstabilisator’.

NOTEN
(1) http://home.scarlet.be/~stefanv2/ned_agility.htm
(2) https://psychoseanders.wordpress.com/2012/03/21/afbouwen-en-botsing-met-lithiumprotocol/#comment-2213
(3) http://www.fk.cvz.nl/Preparaatteksten/L/lamotrigine.asp
(4) http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/49007-stemmingsstabilisatoren.html
(5) Zie bijvoorbeeld: Rick Hansons Boeddha’s Brein: hoe mindfulness je hersens en je leven kan veranderen.