Validatietechniek als Benadering voor Psychoses?

In een volkskrantblog werd verwezen naar de validation benadering van Naomi Feil. De vraag waar op deze pagina wordt stilgestaan is of deze benadering ook constructief kan zijn bij de benadering van psychoses op de ‘psychose anders’-manier.

De validerende benadering die vooral wordt toegepast bij ernstig dementerende mensen komt er kortgezegd op neer dat je niet langer de verwarde beelden probeert te corrigeren, maar er juist in mee gaat. Op de bovengenoemde blog werd een treffend voorbeeld besproken:

Mevrouw Jansen stond elke middag om vier uur onrustig bij de lift van de (gesloten) afdeling en zei dan:
“Ik moet naar huis, ik moet gaan koken, mijn man komt zo thuis van zijn werk!”
Maar haar man was al tien jaar dood.

Volgens de ROT-methode zou je tegen mevrouw Jansen moeten zeggen:
“Nee mevrouw, uw man is al tien jaar dood, u hoeft echt niet meer te koken”
Maar voor mevrouw Jansen werkte dit niet, ze was die fase al voorbij.
Van zo’n opmerking werd ze alleen maar rustelozer en paniekeriger.
En ze bleef dan herhalen: “Nee, nee, ik moet naar huis!”

Op een goeie middag had ik de zorg voor haar en ik besloot om de Validation-manier eens uit te proberen. Toen ze weer zenuwachtig voor de lift stond en zei: “Ik moet gaan koken, mijn man komt zo thuis van zijn werk” zei ik alleen maar: “O ja, waar werkt uw man dan?”

Ze keek me verbaasd aan, was even stil, en begon toen uitgebreid te vertellen over haar man en zijn werk en haar leven van vroeger. En al pratend liepen we naar haar kamer, ze ging zitten en de onrust was verdwenen. Ik was een stagiaire en echt verbaasd door zo’n instant-succes.

Naomi Feil en Validation

Op een andere pagina van deze site bespreek ik de zogenaamde tweelagenbenadering welke ook een onderscheid maakt tussen niveau’s van benaderen. Een symbolische laag en een letterlijke laag. Je zou kunnen zeggen dat het benaderen van iemand in een psychose door mee te gaan in de symbolische laag een constructieve ‘validation’ techniek kan zijn.

Toch denk ik dat er grote verschillen zijn in de houding die het meest handig is ten opzichte van de twee soorten populaties, althans in deze benadering. De houding ten opzichte van dementerenden gaat er impliciet vanuit dat het toch allemaal weinig zin heeft om nog te proberen iemand te overtuigen van de onzin die wordt uitgekraamd. Door wat mee te gaan kun je contact krijgen met de persoon en zo dingen voor elkaar krijgen. De mogelijkheid van verstopte transformerende symboliek is hierbij niet de drijfveer van handelen. De vraag is ook of er nog wel sprake is van dergelijke symboliek bij dementerenden.

Bij jonge psychotische mensen lijkt me sprake te zijn van een geheel andere situatie. Deze symbolische taal is over het algemeen veel meer dan ‘alleen maar onzin’. Het bevat vaak allerlei sleutels tot begrip van de psychose. Welke betekenissen kunnen er aan worden ontleend? Hoe kun je het vertalen naar een letterlijk, werelds niveau? Het meepraten in deze wereld betekent niet dat je meepraat met onzin om maar contact te krijgen met iemand, maar het wordt hooguit gedaan om op dat niveau contact te krijgen om zodoende de onderliggende betekenis samen met de betrokkene de onderzoeken.

Het doel is niet om die symbolische wereld te bestendigen, maar het doel is om die symbolische wereld te vertalen naar een betekenisvolle wereldse en praktische betekenis. Er zijn waarschijnlijk vele redenen om gebruik te maken van de symbolische betekenis waarvan de grootste waarschijnlijk is dat het simpelweg té pijnlijk en confronterend is om de letterlijke betekenis onder ogen te zien. Ook dit element dient zorgvuldig meegenomen te worden in de vertaalslagen.

Plaats een reactie